Richard de Mos Corruptiezaak ECLI NL RBROT 2023 3199

Advocaten van de verdachte: mrs. J.P. Plasman en J.L. L’Homme, advocaten te Amsterdam. Officieren van justitie: mrs. J.F. de Boer en S. Sleeswijk-Visser.

Beoordeling

Vast staat dat [naam09] in 2019 werkzaamheden heeft verricht in de woning van de verdachte en dat de verdachte hiervoor heeft betaald. In het dossier wordt de geschiedenis van [naam09] uitgebreid besproken; voor zover hier van belang, is gebleken dat hij al sinds 1994 in Nederland verblijft, maar dat hij is uitgeprocedeerd en mag worden uitgezet. Zelf heeft hij verklaard legaal in Nederland te wonen, maar zonder verblijfsvergunning. Volgens hem liep de aanvraag nog en hij wist niet hoe het in elkaar zat. Hij heeft verder verklaard, overigens zonder dat de rijksrecherche hem hiernaar vroeg, dat hij nooit met de verdachte over zijn verblijfsstatus heeft gesproken. Tot slot beschikt hij wel over een Nederlands rijbewijs.

De verdachte heeft verklaard dat hij ervan uitging dat [naam09] legaal in Nederland woonde, aangezien hij hem kende via zijn eveneens (legaal in Nederland verblijvende) Oekraïense vriendin. De man sprak daarnaast Nederlands, had desgevraagd een Nederlands rijbewijs aan hem laten zien en verbleef al meer dan 20 jaar in Nederland. De verdachte had, kortom, geen enkele reden om te twijfelen aan zijn verblijfsstatus.

De rechtbank oordeelt dat de gegeven omstandigheden geen ‘ernstige redenen’ opleveren voor een vermoeden van wederrechtelijk verblijf in Nederland. Het enkele feit dat [naam09] de facturen op naam van een bevriend bedrijf wilde laten plaatsen, is daarvoor onvoldoende. Wellicht waren opgetrokken wenkbrauwen op hun plaats geweest voor wat betreft de inkomstenbelasting, maar niet met het oog op een illegaal verblijf.
6.3.

Conclusie

De verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 6 ten laste gelegde feit.

7. Beslag
7.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen geldbedrag van € 8.500,- formeel gezien terug te geven aan de verdachte, met dien verstande dat naast het klassieke beslag ook conservatoir beslag open staat, waardoor de op te leggen geldboete kan worden verrekend met dit in beslag genomen geldbedrag.
Dit vonnis is gewezen door:

mr. J.H. Janssen, voorzitter,

mrs. M.V. Scheffers en T.M. Riemens, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. C.J. Voogel- van Buuren, griffier,

en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 21 april 2023.

Bron Rechtspraak
Aanbevolen